Uitstelgedrag aanpakken

Er is vaak het misverstand dat uitstelgedrag hetzelfde is als lui zijn. Dat is niet zo, vaak werken we bij het uitstellen van iets net heel hard door aan een andere taak. Die is dan wel leuker of eenvoudiger, maar van luiheid is er geen sprake.

Als jij één van onderstaande punten regelmatig bij jezelf opmerkt, dan kan je spreken van uitstelgedrag:

1. Je vult je dag met taken die een lage prioriteit hebben.
2. Je leest meermaals per dag je mails, zonder er iets mee te doen.
3. Je wil aan een belangrijke taak starten, maar bent dan snel afgeleid.
4. Je schuift een actiepunt vooruit, ook al weet je dat het belangrijk is.
5. Je zegt vaak ja tegen leuke, onbelangrijke taken.
6. Je wacht op het goede moment om met een taak te starten.

Een belangrijke taak vooruit schuiven is uitstellen, een onbelangrijke taak vooruit schuiven is goede prioritering. [tweet deze quote]

Waarom stel je uit?

Waarom je een taak uitstelt kan twee oorzaken hebben. De taak zelf kan de oorzaak zijn, of jij bent de oorzaak van het uitstellen.

1. Een taak kan als onaangenaam ervaren worden. We doen liever dingen die we leuk vinden, en daarom schuif je deze taak voor je uit.
2. Desorganisatie is een andere reden om uit te stellen. Georganiseerde mensen hebben een geprioriteerde takenlijst en planning.
3. Perfectionisten zijn vaak uitstellers. Als perfectionist begin je liever niet aan een taak als je niet de juiste kennis of middelen voor handen hebt om de taak perfect af te werken.
4. Niet kunnen beslissen is een bron van uitstellen. Als je niet weet wat je gaat doen, dan stel je het waarschijnlijk uit.

Anti-uitstelgedrag

Uitstellen is een diepgeworteld gedragspatroon. Dat wil zeggen dat je dit niet zomaar kan veranderen. Hier zijn een paar punten om je te helpen die gewoonte te doorbreken en een nieuwe aan te leren.

1. Stel een beloning voor jezelf voorop. Iets waar je naar uitkijkt, is motiverend om aan de taak te beginnen.
2. Laat je door iemand controleren. Dit is sociale verantwoording. Je wil tonen aan de persoon die je controleert dat je gedaan hebt wat is afgesproken. Die persoon kan eender wie zijn, een gezinslid, familie, vrienden of een coach.
3. Identificeer de nadelen van een taak niet te doen. Als je gaat nadenken wat de nadelen zijn, nu en in de verdere toekomst van het niet uitvoeren, motiveert dit vaak wel op er aan te beginnen.

Als je wil organiseren

1. Gebruik een Actielijst. Zo kan je de onaangename taken niet ‘stiekem’ vergeten.
2. Gebruik een Dringend/Belangrijk matrix.
3. Wordt expert in het plannen. Zo weet je wat je wanneer te doen staat en wanneer je moet starten met belangrijke taken.
4. Stel voor jezelf tijdgebonden doelen op. Zo heb je geen tijd om uit te stellen.

Als het te druk is

1. Concentreer je op 1 taak per keer, multitasking bestaat niet.
2. Splits grote taken op in kleine taken en stel een actieplan op. Opsplitsen zorgt voor overzicht.
3. Het is belangrijker te starten dan veel gedaan te krijgen. Je kan starten met taken die niet prioritair zijn en die logisch niet op de eerste plaats komen. Als je die afgewerkt hebt krijg te toch al dat gevoel van succes.

Als het een onaangename taak is

1. Overschat het onaangename van een taak niet. Vaak is een taak helemaal niet zo onaangenaam als je dacht.
2. Denk altijd aan de onaangename gevolgen van het niet uitvoeren van een taak.
3. Beloon jezelf voor het afwerken van een onaangename taak.
4. Werk een zeer korte tijd aan de taak, neem dan pauze en werk weer een korte tijd. Je kan bijvoorbeeld starten met 5 minuten. Dit kan je dan opdrijven en in blokken van 25 minuten gaan werken. Het kan een leuke uitdaging zijn om te kijken wat je in ene blok van 5 minuten gedaan kan krijgen.

Studenten

Iedereen krijgt wel eens te maken met uitstelgedrag. Bij studenten is dat soms zeer extreem. Het gaat over 25%-75% van de studenten die een academische taak met regelmaat uit stellen. Een student:

1. Overschat de tijd die er nog rest om een taak af te werken.
2.  Overschat de motivatie in de toekomst om aan een taak te werken.
3. Onderschat de tijd die nodig is om een taak uit te voeren.
4. Gelooft geïnspireerd te moeten zijn of in de juiste gemoedstoestand, om een taak te starten.

Actiepunten tegen uitstelgedrag

1. Maak een lijst van alle taken die moeten worden gedaan.
2. Deel elke taak op in hanteerbare porties
3. Schat elke deeltaak in, hoeveel tijd is er nodig om de taak af te werken?
4. Verdubbel je inschatting, je hebt waarschijnlijk te weinig geschat.
5. Beloon jezelf voor elke afgewerkte taak
6. Sta uitstellen toe als je in de plaats een taak doet die je helpt je doel te bereiken.
7. Breng mensen in je omgeving op de hoogte van wat je zal doen, verantwoording afleggen helpt om actie te ondernemen.
8. Als je bepaalde taken altijd uitstelt, dan doe je waarschijnlijk iets dat je anders moet doen.
9. Zeg niet langer “Had ik maar (niet) …”, maar zeg liever “Ik zal …”

Wat stel jij uit?

Wat zijn de dingen die jij al lang of regelmatig uitstelt? Wat neem je uit dit artikel mee om er iets mee te doen? Heb jij nog andere tips die kunnen helpen uitstelgedrag aan te pakken?

Laat het weten in de reacties onder het bericht.

[related_post themes=”flat”]